Artikel | 7 april 2025 | 6 minuten
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is een Europese Richtlijn die bepaalde ondernemingen verplicht te rapporteren over duurzaamheid. Eind 2021 heeft de Europese Commissie (EC) een voorstel ingediend voor de CSRD. De CSRD trad, na goedkeuring door het Europees Parlement en de Europese Raad, op 5 januari 2023 in werking. De EC heeft drie kerndoelstellingen van CSRD duurzaamheidsrapportage geformuleerd:
De CSRD is van toepassing op:
• Grote bv’s, nv’s , vof en cv’s
• Organisaties van openbaar belang (banken, verzekeraars en beursvennootschappen)
• Middelgrote en kleine organisaties van openbaar belang
• Bepaalde niet-EU ondernemingen
Zie hier de groottecriteria voor ondernemingen.
Het duurzaamheidsrapport wordt onderdeel van het bestuursverslag. Het bestuursverslag, inclusief duurzaamheidsrapport, moet jaarlijks ingediend worden bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel en ook op de website van de onderneming worden gepubliceerd. Ondernemingen worden verplicht om de informatie in een digitaal format aan te leveren en dienen het duurzaamheidsrapport te deponeren in ‘XBRL formaat’ en de informatie daarin te taggen. Taggen betekent het digitaal markeren van gegevens, waardoor de gegevens geautomatiseerd kunnen worden verwerkt. Momenteel wordt er gewerkt aan een centraal platform, het European Single Access Point (ESAP), waar openbare financiële en duurzaamheidsinformatie van ondernemingen in Europa eenvoudig toegankelijk zal zijn.
De verplichting om een duurzaamheidsrapport op te stellen en openbaar te maken treedt gefaseerd in werking. De eerste groep, de grote organisaties van openbaar belang (banken, verzekeraars en beursvennootschappen) met meer dan 500 werknemers, zullen dit jaar hun duurzaamheidsrapport over boekjaar 2024 openbaar moeten maken.
Voor meer informatie over de CSRD, bekijk de SER CSRD en ESRS webpage, veelgestelde vragen en antwoorden en de webinars.
De SER streeft naar het bevorderen van Brede Welvaart, waarbij een evenwicht wordt gezocht tussen samenleving, economie en milieu – zowel op korte als lange termijn. Dit betekent dat economische groei hand in hand moet gaan met sociale vooruitgang en ecologische doelen.
De CSRD verplicht een groep ondernemingen inzicht te geven in hun impact op mens en milieu, niet alleen op de korte termijn maar ook wat de effecten zullen zijn op de langere termijn. SER thema’s zoals diversiteit en inclusie, arbeidsomstandigheden en betrokkenheid van werknemers via medezeggenschapsorganen zijn hier belangrijke onderdelen van.
Bovendien stimuleert de CSRD niet alleen rapportage, maar ook actieve samenwerking met stakeholders om daadwerkelijke impact te realiseren. Dit sluit aan bij de manier waarop de SER werkt, bijvoorbeeld via de IMVO-sectorconvenanten waarin bedrijven samen optrekken om duurzame ketens te bevorderen.
Door transparantie te verplichten helpt de CSRD beleidsmakers, investeerders, burgers en andere belanghebbenden om beter geïnformeerde keuzes te maken over de duurzaamheid van ondernemingen. Tegelijkertijd stimuleert het bedrijven om verantwoordelijkheid te nemen en hun impact te verbeteren. Hiermee draagt de CSRD indirect maar krachtig bij aan het realiseren van Brede Welvaart.
NCD zet zich in voor het belang van goed bestuur, duurzaam ondernemen en impact leiderschap, waarbij het laatste “niet alleen gaat om het behalen van zakelijke doelen, maar ook om het positieve effect dat leiderschap heeft op mensen, organisaties en de wereld om ons heen”. NCD draagt dan ook actief bij om commissarissen, toezichthouders, leiders en directeuren hierin te versterken en zich verder te ontwikkelen.
De CSRD verplicht bedrijven niet alleen om transparant te rapporteren over hun impact op mens en milieu, maar ook over de manier waarop zij hun governance, en dus de wijze waarop een organisatie wordt geleid en bestuurd in het kader van duurzaamheid, hebben ingericht. Organisaties moeten aantonen hoe zowel hun leiderschap als hun bestuursstructuren bijdragen aan een verantwoorde en duurzame bedrijfsvoering. Dit omvat de structuren, processen en verantwoordelijkheden die zorgen voor transparantie, verantwoording en integriteit, met een specifieke focus op duurzaamheidsprestaties en risicobeheer.
Voor rapportage over deze governance onderwerpen heeft de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) een standaard ontwikkeld, de ESRS G1 Business Governance. Daarnaast komt governance rapportage terug in de ESRS 2 standaard. Deze standaard zet de verplichte algemene toelichtingen uiteen en omvat diverse governance-gerelateerde rapportagevereisten. Dit betreft onder andere de verantwoordelijkheden en samenstelling van bestuurs- en toezichthoudende organen op het gebied van duurzaamheid en hoe deze organen geïnformeerd worden over duurzaamheidskwesties.
Goed bestuur speelt een cruciale rol binnen de CSRD, en vereist van ondernemingen te rapporteren over de betrokkenheid van de raad van bestuur en toezichthouders bij duurzaamheidsvraagstukken.
Bestuurders en commissarissen hebben dan ook een belangrijke rol bij zowel de rapportage als de invulling van de CSRD. Hun verantwoordelijkheden kunnen worden onderverdeeld in strategische, toezichthoudende en rapportage-gerelateerde taken. Beide partijen moeten nauw samenwerken om ervoor te zorgen dat duurzaamheid op een geloofwaardige en effectieve manier wordt geïntegreerd in de bedrijfsvoering.
Bestuurders zijn primair verantwoordelijk voor de strategische en operationele implementatie van CSRD, zoals integratie van duurzaamheid in de strategie. Bestuurders zijn eindverantwoordelijk voor een betrouwbaar en volledig duurzaamheidsverslag dat voldoet aan de eisen van de CSRD, en het is dan ook cruciaal dat bestuurders betrokken zijn bij de opstelling van het verslag. Commissarissen zijn voornamelijk verantwoordelijk voor toezicht houden op de naleving, betrouwbaarheid en integriteit van de rapportage. Van de commissarissen wordt geacht toezicht te houden op de naleving van wet- en regelgeving van de onderneming, waaronder voor rapportageplichtige ondernemingen nu ook naleving van de CSRD valt. Commissarissen zullen de risico’s, kansen en impact die naar voren komen uit het duurzaamheidsverslag ook mee nemen in hun algehele toezicht en beslissingen.
Om het rapporteren ten behoeve van transparantie te vertalen naar daadwerkelijke positieve impact is toewijding van topmanagement essentieel. Veranderingen kunnen alleen gerealiseerd worden als duurzaamheid een integraal onderdeel is van de bedrijfsstrategie en langetermijnbeslissingen. Daarom is een algehele commitment van bestuurders en commissarissen, naast hun specifieke verantwoordelijkheden voor duurzaamheidsrapportage, van cruciaal belang.
Op 13 januari 2025 is het wetsvoorstel implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering aangeboden aan de Tweede Kamer. Het is nog niet bekend wanneer de Tweede Kamer de behandeling van dit wetsvoorstel zal agenderen. Na behandeling in de Tweede Kamer volgt de toetsing door de Eerste Kamer.
Op 26 februari 2025 heeft de Europese Commissie het omnibusvoorstel gepubliceerd, waarin voorgesteld wordt om de CSRD, de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDD) en de EU Taxonomie te vereenvoudigingen. Dit voorstel kwam naar aanleiding van het op 29 januari 2025 door de Commissie gepubliceerde Kompas voor concurrentievermogen. In dit Kompas zet de Commissie onder andere vijf randvoorwaarden voor concurrentievermogen uiteen. Een van deze randvoorwaarden is ‘vereenvoudiging’, welke tot doel heeft de regelgevings- en administratieve lasten voor ondernemingen te verminderen.
Het omnibusvoorstel wordt nu aan het Europees Parlement en de Raad voorgelegd voor hun beoordeling en goedkeuring. Zie voor verdere informatie over de voorgestelde wijzigingen van de CSRD het SER en Raad van de Jaarverslaggeving (RJ) CSRD en ESRS veelgestelde vragen en antwoorden.
De SER houdt de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten en zal ondernemingen en andere betrokkenen informeren en ondersteunen ten aanzien van een mogelijke wetswijziging. Hierbij ligt er ook een taak voor bestuurders en commissarissen om de ontwikkelingen en mogelijke impact te volgen.
Door Noortje Crabbendam en Susan Smid, Sociaal-Economische Raad