Artikel | 23 februari 2015 | 4 minuten
Als NCD zijn we lid van EcoDa, de Europese club van commissarissen. Heel nuttig omdat we daarmee invloed hebben in Brussel, waar veel ‘regels’ worden geboren. Maar ook de uitwisseling tussen landen is nuttig. Laatst had ik het genoegen met een aantal vrouwen te praten die in hun landen een hoofdrol vervullen als het om vrouwen in topposities gaat. Daarbij ook Noorwegen, waar al een quotum van 30% is. Maar ook Belgie, Luxemburg, Frankrijk (40% quotum in 2017), Zweden, Finland, Italië en Duitsland (land met minste enthousiasme) waren er.
Hoe gaat het nu in de praktijk? Die vraag beantwoorden is ook een vraag naar wat nu eigenlijk ‘toezicht’ is. Is dat het bewaken van de cijfers achteraf en als politieagent optreden van een Raad van Bestuur of Directie of ligt de nadruk op het preventief co-creeren, samen met die Raad van Bestuur of Directie. Nu zijn vaak accountants en juristen de symbolen voor toezicht, geheel in de lijn van risicomanagement: Bij co-creeren zie je ook HRM, communicatie, technologie, verandermanagement, digitale competenties, strategie en customer engagement een serieuze rol vervullen. We gaan voor kansenmanagement, uiteraard zonder de risico’s te negeren. Het spreekt vanzelf dat je iets van invoeling moet hebben met leiderschap, weten wat het is om een bedrijf te leiden, om ondernemer te zijn. Bovendien moet je tijd hebben en tijd nemen om ontwikkelingen te volgen (OVERzicht hebben), het bedrijf te kennen (INzicht in doelen, producten, processen, talenten) en mee te helpen bij het bepalen van het UITzicht (waar gaan we als bedrijf naar toe, hoe worden c.q. blijven we succesvol). In dat geval spreek je niet van toezicht, maar van MEERzicht: toezicht met MEERWAARDE.
Hoe gaat het nu in de Europese praktijk? Je kunt niet zonder opleiding en begeleiding, daar is iedereen het wel over eens. Mooie kreten helpen niet. Een gezamenlijke inspanning van mannen én vrouwen die overtuigd zijn van de positieve kant van de mix is DE succesfactor.
In Noorwegen noemt men het quotum van 30% ‘geslaagd’, met de kanttekening dat daar de bredere opvatting van toezicht minder aanwezig is. Bovendien zijn er teveel vrouwen die een reeks van commissariaten hebben. Ook niet in lijn met ‘tijd nemen om je in het bedrijf te verdiepen en mee te doen’. Een te grote stapeling van functies is alleen al onwenselijk vanuit tijdsbeslag. In Frankrijk, waar ze in 2017 zelfs een quotum van 40% gehaald moeten hebben, en Noorwegen zijn bedrijven vaak nog politiek verbonden aan de overheid.
Er werd breed gewaarschuwd dat je als vrouw geen speelbal moet willen zijn. Als men MOET is de kans groot dat er (te veel) weerstanden zijn en je simpelweg wordt genegeerd als het erop aankomt. Vergelijk het met de OR-commissaris die geparachuteerd wordt in een RvC.
In Luxemburg, waar veel (financiële) instituten zijn gevestigd is de ervaring dat je wel degelijk voldoende achtergrond moet hebben en dat vraagt opleiding en tijd. Nu ‘zomaar’ een quotum instellen werkt dan averechts. Je kunt beter de tijd nemen om die cultuuromslag inhoud te geven. In Duitsland is, ondanks Merkel, de weerstand nog groot. Kwestie van cultuur vrees ik.
De positieve benadering heeft verreweg de voorkeur, waarbij een quotum het laatste redmiddel is. Dus opleidingen volgen, stages aanbieden, matchen bij vacatures, begeleiden in de praktijk. Zo vroeg mogelijk beginnen met vrouwen EN mannen bewust te maken van de kansen van een goede mix. Dan is het bemoedigend als je leest dat bij jongeren het verschil man/vrouw veel minder speelt dan bij oudere generaties!
Bij die oudere generatie zijn het vooral de mannelijke collega’s (die met dochters..) die betrokkenheid van vrouwen in bestuur actief moeten bevorderen. Niks vanuit de schijn en convenanten, alles vanuit de praktijk en betrokkenheid. Overtuigd van de positieve aspecten van meer vrouwen in bestuur: grotere productiviteit, meer loyaliteit, betere communicatie, betere beslissingen, meer ‘winst’. Wat mij betreft blijft het niet bij de bestuurlijke top van Nederland. Juist niet. Er zijn heel veel bedrijven die gediend zouden zijn met meer vrouwelijk talent aan de top. Dat zou ook de brede basis moeten zijn voor het vroegtijdig signaleren van talent. En als meer vrouwelijk ondernemerschap, inclusief startups, het bijproduct kan zijn van de betere opleiding en begeleiding dan juich ik dat van harte toe!
Voor mij was de sessie een bevestiging van onze aanpak, waarbij naast opleidingen, stages en begeleiding ook intervisie en een vorm van certificering belangrijk zijn. Commissaris of toezichthouder zijn is een VAK en geen hobby, dus moet je er tijd in willen investeren. De komende 5 jaar willen we samen met zoveel mogelijk ‘fans’ de weegschaal laten doorslaan in bestuurlijk Nederland. Wat mij betreft naar een 50/50 evenwicht! Als voorbeeld voor al die andere bedrijven.
Het lijkt me overigens geweldig als we straks in vrouwelijke bedrijven moeten aandringen op meer mannen aan de top : -) Als je meent ook maar IETS te kunnen bijdragen aan deze positieve slag meld je dan. Alleen SAMEN komen we verder!