Artikel | 9 april 2021 | 4 minuten
Regelmatig is er commotie over de hoogte van bonussen van bestuurders. Is er sprake van een terechte beloning of zijn ze de verbinding met de samenleving verloren?
Commissarissen bepalen de bestuurdersbeloningen, maar zijn tegelijkertijd het geweten van een organisatie. Volgens Paul Geraeds, voorzitter van de Nederlandse vereniging van Directeuren en Commissarissen – NCD, moet iedere commissaris zichzelf de vraag stellen: hoe sterk is jouw moreel kompas?
Bij NCD worden we veel benaderd door journalisten, waarbij de bonus in deze tijd een geliefd vraagstuk is. De bestuurdersbeloning is altijd al een heikel onderwerp geweest. Iedereen heeft er een uitgesproken mening erover, vooral tijdens deze coronacrisis. De vraag die wij krijgen: wat vindt NCD, de bestuurdersclub, er zelf van? In eerste instantie delen wij de reactie van velen: het mag iets minder.
Maar de bonusmunt heeft twee kanten: de bestuurder, met het management team, heeft namelijk een enorm belangrijke rol in het voortbestaan en de groei van een bedrijf. Dat wordt weleens voor lief genomen. Een succesvolle CEO maakt impact: hij, en gelukkig steeds meer zij, houdt een bedrijf gezond en kan zomaar voor miljoenen euro’s meer bedrijfsresultaat zorgen. Een bestuurder belonen voor een gezonde prestatie kan ik alleen maar een goede stimulans noemen.
Je moet echter oppassen voor het type beloning. Een eenzijdige financiële bonus leidt ook tot perverse prikkels. Dat lesje hebben we ondertussen wel geleerd van de bankencrisis. Het financiële resultaat was destijds heilig. Financiële targets zijn leuk en aardig, maar een extra bult geld op de rekening is niet zaligmakend. De onderneming heeft ook een maatschappelijke rol. Gelukkig hebben steeds meer bedrijven ook niet-financiële KPI’s, zoals een bijdrage aan een duurzame wereld.
Een andere keerzijde van de bonus is de bestemming. Helaas gaan de bonussen dikwijls alleen naar de top, terwijl sterke bedrijfsresultaten altijd een teamprestatie zijn. Een positieve uitzondering is bijvoorbeeld AFAS waar iedereen, tot en met de schoonmaker, meedeelt in de winst. Daarnaast neemt ze ook haar maatschappelijke verantwoordelijkheid door jaarlijks ruim zes procent van de winst voor belastingen in de AFAS Foundation te storten. Dan zeg je niet alleen dat iedereen belangrijk is, dan laat je het ook zien. Put your money where your mouth is.
‘Profiteren van de geknevelde concurrentie is geen beloning waard’
NCD-voorzitter Paul Geraeds
Wat doe je nu met de bonus in coronatijd? Een bonus is een beloning voor een exceptioneel goede prestatie, maar is er sprake van een topprestatie als de concurrentie gekneveld is? Profiteren van de marksituatie terwijl driekwart van de concurrenten uitgeschakeld wordt door de coronamaatregelen, is in mijn ogen geen beloning waard. Bijvoorbeeld een grootgrutter die handdoeken in de bonus doet, terwijl winkels zoals HEMA, Zeeman of de lokale textielwinkel noodgedwongen de deur op slot houden. Dan ga je een grens voorbij. Dat doe je niet.
Dat noem ik disproportioneel profiteren. Als commissaris moet je een moreel appel durven doen op de bestuurder: wat is daadwerkelijk jouw bijdrage geweest aan het financiële succes tijdens deze coronacrisis? Heb je een sterk staaltje stuurmanskunst getoond of had je dankzij de crisis de wind in de zeilen terwijl de concurrentie met gestrande schepen op de wal zat?
Een commissaris met lef gaat in het laatste geval het gesprek aan. Dat is wellicht niet de makkelijkste, maar wel de enige juiste route. Je hebt immers als werkgever, weliswaar pre-corona, een bonusregeling met prachtige staffels afgesproken. Alles staat zwart op wit, het is onderdeel van de arbeidsvoorwaarden, maar deugt het ook nu nog? Kun je het verantwoorden om een bonus te claimen terwijl je hebt geprofiteerd van andermans onvermogen? Tijdens de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog? Is dat fair?
Een sterke commissaris laat hier haar moreel kompas spreken. Ga de dialoog aan, bekijk samen met de bestuurders de andere kant van de afspraak en houd je ethische rug recht. Recent onderzoek heeft aangetoond dat een kritische commissaris het niet gemakkelijk heeft. Dat is dus niet alleen in de politiek zo. Maar toch is het beter voor de reputatie van de onderneming en daarmee ook de continuïteit het bedrijf. En was dat niet juist de rol waar je als commissaris voor aangenomen was? En de Louis Vuitton-tas komt dan volgend jaar wel.