Actueel

Btw-positie commissarissen en toezichthouders verduidelijkt

Nieuws    |    20 mei 2021    |    3 minuten

Het besluit van de staatssecretaris van Financiën geeft duidelijkheid over btw-positie van toezichthouders en commissarissen.

Het besluit van de staatssecretaris van Financiën biedt meer duidelijkheid over de btw-positie van leden van Raden van Toezicht, Raden van Commissarissen en andere toezichthoudende functies. Het besluit volgt op een arrest van 13 juni 2019 van het Europese Hof van Justitie en uitspraak van de Hoge Raad van 26 juni 2020. Op grond van het besluit zijn individuele leden van Raden van Toezicht geen btw-ondernemer indien en voor zover de leden van de Raad van Toezicht alleen gezamenlijk bevoegd zijn om beslissingen te nemen en toezicht te houden.

Wat houdt dit in?

Dat betekent dat over de werkzaamheden als toezichthouder geen btw hoeft te worden gerekend. Indien je naast toezichthoudende werkzaamheden ook andere, wel btw-plichtige werkzaamheden verricht, kan dit mogelijk anders liggen.

Welke gevolgen heeft het besluit voor de commissaris of toezichthouder?

Voor de toezichthouder betekent dit besluit volgens EY het volgende:

  • Natuurlijke personen die een (bij wet opgelegde) toezichthoudende (of vergelijkbare) rol vervullen, zijn geen btw-ondernemer (meer) voor die functie. Dit oordeel werkt terug tot 13 juni 2019. In principe mag vanaf die datum geen btw meer in rekening worden gebracht.
  • Voor toezichthouders die reeds met de Belastingdienst hadden afgestemd dat ze geen btw-ondernemer meer zijn, verandert dit besluit niets.
  • Toezichthouders die nog btw in rekening brengen voor hun werkzaamheden, moeten dit aanpassen. Vanaf 6 mei 2021 is het niet langer toegestaan om btw in rekening te brengen. Het uitreiken van een factuur is ook niet meer nodig.
  • Omdat de toezichthoudende werkzaamheden niet meer als btw-ondernemer worden uitgevoerd, kan de toezichthouder de btw op kosten voor deze werkzaamheden niet meer in aftrek brengen.
  • De staatssecretaris keurt goed dat tussen 13 juni 2019 en 6 mei 2021 in rekening gebrachte btw niet hoeft te worden gecorrigeerd.
  • De toezichthoudende functie wordt los van andere werkzaamheden van die persoon beoordeeld. Dus een zelfstandig ondernemer (hoofdwerkzaamheden) die daarnaast RvT-lid is, blijft ondernemer voor hoofdwerkzaamheden maar niet meer voor zijn toezichthoudende functie.
  • In de praktijk komt het vaak voor dat een toezichthouder via zijn BV factureert. Dat kan, maar dat neemt niet weg dat de functie op persoonlijke titel wordt uitgeoefend. Ook voor deze situatie vervalt de btw-heffing.
  • Omdat de toezichthouder geen ondernemer is, is toepassing van de kleine ondernemersregeling niet meer nodig.
  • Voorgaande geldt ook voor de toezichthoudende werkzaamheden die nauw verband houden met iemands specifieke deskundigheid, zoals de toezichthoudende werkzaamheden door een advocaat.

Wat moeten organisaties doen?

Organisaties moeten volgens EY het gesprek met hun toezichthouders en commissarissen aangaan. Vanuit de positie van de opdrachtgever is het aan te raden om niet langer facturen met btw te accepteren. Met name voor instellingen zonder (volledig) recht op aftrek van btw geeft dit besluit de gewenste duidelijkheid, omdat in deze sector de btw van de toezichthouder vaak (grotendeels) kostprijsverhogend is. Voor profitorganisaties is het echter ook van belang, omdat de ‘btw’ die toezichthouder berekenen niet langer aftrekbaar is.

Bijdrage door
NCD

Gerelateerde artikelen

Bekijk alles
No image