Artikel | 14 september 2022 | 10 minuten
Je hoeft de krant maar open te doen of de TV aan te zetten en duurzaamheid komt je tegemoet. Wat is nou echt duurzaam en van toegevoegde waarde? Hoe maak je de transitie naar duurzame business modellen?
We spraken met Michel Scholte over deze vragen en over de transitie naar een samenleving waarin brede welvaart centraal staat. Michel is oprichter en directeur van True Price en Impact Institute. Daarnaast is hij bestuurslid van Impact Economy Foundation. Hij verzorgt bij NCD op 5 oktober de masterclass ‘Van greenwashing naar duurzame business modellen’.
Je hoort vaak over greenwashen, maar wat is het precies?
Michel: “Zolang we geen taal hebben waarin duidelijk is wat goed is en wat niet, is het lastig om vast te stellen wat greenwashing precies is. Je ziet dat het bijna onmogelijk is om een claim te maken die zuiver is, als het gaat om impact, als je daar niet de taal voor hebt.”
Michel noemt het voorbeeld van een elektrische auto. Deze kan als duurzaam gepresenteerd worden en hoewel zo’n auto op veel dimensies beter is dan een auto met verbrandingsmotor, is zo’n auto niet zonder maatschappelijke kosten helaas. Denk aan de fijnstofproductie door rubberslijtage. Mijnbouw voor accuproductie. De ontwrichting van ecosystemen. Vervuiling van grond, water en lucht. Er zijn altijd effecten op de omgeving.
“Zelfs de meest biologisch geteelde wortel van de groenteboer om de hoek heeft effect op de samenleving. Hoe primitief of gearticuleerd zijn de woorden waarin je die claim uitdrukt? Dat bepaalt in sterkte mate of het een valse claim is of niet”, aldus Michel.
Greenwashing is als je een uitspraak doet die niet proportioneel is voor het onderliggende verschijnsel. Zolang we het begrippenkader niet hebben waarin we gearticuleerd kunnen zijn over de effecten van iets op de omgeving, is bijna alles wel een vorm van greenwashen in het veld van marketing, differentiatie en claims over wat de effecten van iets zijn.
Michel: “Je kunt uiteraard wel onderscheid maken aan de hand van hoe problematisch iets is voor de omgeving. Denk bijvoorbeeld aan Shell die zich de aanjager noemt van de energietransitie. Dat is natuurlijk gewoon schaamteloos greenwashing, vs. een biologische teler die zegt dat de broccoli uit het land duurzaam is. Dat ondermijnt de bewegingsvrijheid van soorten, is op een kleine schaal een monocultuur. Je kunt wel zeggen dat het één heel wat meer problematisch is dan het ander.”
Michel sprak met ons ook over het belang van een gedeeld referentiekader van impact. Het referentiekader waarbinnen veel mensen zich vertrouwd voelen, is dat van geld. We zien dat als iets vanzelfsprekends, maar dat is het niet. Dat wordt geleerd.
“Doordat iedereen de taal van geld spreekt, worden duurzaamheidsvraagstukken vertaald in maximalisatie of beparingsvraagstukken op financieel gebied. Deze neiging zit zo diep, dat veel mensen dit instinctief logisch vinden. In iedereen zit een boekhouder die muntjes aan het optimaliseren is”, vertelt Michel.
Op bijvoorbeeld CO2 uitstoot zie je meer collectief bewustzijn. 10 jaar geleden vond men dat heel abstract.
Michel: “Bij de afwezigheid van een ‘impacttaal’, wordt de taal van het geld gesproken. We sturen op financiële groei en voor personen en organisaties die bezit hebben. Of het nou gaat om een stikstoffonds of klimaatfonds, fundamenteel moet er financiële groei komen. We hebben nog geen concept om breed maatschappelijk welzijn te definiëren. Van groei naar bloei voor alle belanghebbenden.”
Het is belangrijk dat ‘bloei’ een collectieve intuïtie wordt, waar iedereen op gaat sturen. Daartoe richten True Price, Impact Institute maar ook Impact Economy Foundation zich op professionals en bestuurders, mensen op posities van invloed. Dat is een goede plek om het perspectief en het begrippenkader van impact en brede welvaart uit te dragen en om te zorgen dat men die taal spreekt, zodat ze ‘waardenalfabetisme’ hebben. En zodat ze, als ze het zouden willen, ook kunnen bijdragen aan de agenda van brede welvaart.
“We zien dat veel mensen het eigenlijk wel willen, maar simpelweg het begrippenkader niet hebben. Het is moeilijk vast te stellen of iets wel of niet van waarde is. Als iedereen impactalfabetisme heeft, dus ziet hoe je zaken die belangrijk zijn beïnvloedt, dan gaat er een dynamiek in de samenleving plaatsvinden waardoor iedereen beter af is. Je hebt het gewoon te doen met elkaar. Als mensen zien dat ze niet krijgen waar ze recht op hebben, dan komen ze in verzet”, zegt Michel.
Michel steekt zijn mening over een specifieke groep bestuurders in Nederland niet onder stoelen of banken:
“Nederland wordt gedomineerd door een leemlaag van seniore, met name mannelijke, grijze bestuurders. Die hebben in mijn ogen een ruggengraat van slagroom. Ze bewijzen een lipdienst aan de agenda van duurzaamheid, maar onderbewust zijn hun intuïties gericht op het maximaliseren van het financiële.”
Een voor Michel veelgehoorde kritiek uit deze hoek van bestuurders: “Als we overgaan op investeren in projecten met minder financieel rendement, wat gebeurt er dan met de pensioenen?”
Michel zegt hierover: “Dat soort intuïties zijn erg nobel. Het is echter wel een heel achterhaalde logica. De verdeling van het financiële kapitaal wordt niet ter discussie gesteld, er wordt vanuit gegaan dat dat als een klok klopt. Het idee dat met wat minder financieel rendement er breder maatschappelijke welvaart mogelijk is, wordt niet overwogen.”
Michel maakt binnen deze groep wel een onderscheid tussen boomers en bloomers. De boomers zitten vast in oud economisch denken. De bloomers staan open voor nieuwe informatie, die proberen zich te openen voor iets nieuws, voor deze nieuwe wereld van brede welvaart voor iedereen. Er is een nieuwe generatie directeuren en bestuurders die brede welvaart in hun DNA hebben, maar die zitten nog niet achter de knoppen.
Michel: “We richten ons, ook vanuit Netwerk 2100 van de Impact Economy Foundation, op de huidige generatie vernieuwende bestuurders en de aspirant-bestuurders. Die brengen we bij elkaar, zodat je de nieuwe wereld kan versnellen.”
“We zijn echt gezegend in Nederland met een gigantische groep mensen die juist het anders wil doen, die wel openstaan voor verandering van de economie. De instituties zijn nog niet klaar. We hebben te maken met een accountingsstandaard die door investeerders is gemaakt, die alleen het financieel rendement maximaliseert. Ook governance instrumenten zoals beloningen, privaatrecht, publiekrecht zijn te veel gericht op financiële maximalisatie”, zegt Michel.
Het vergt in dit stadium nog leiderschap van de bestuurders zelf. Gegeven dat de systemen er niet klaar voor zijn, is het belangrijk dat mensen hun nek durven uitsteken om ons enigszins af te wenden van een techno-dystopische hel.
Michel denkt dat de komende periode de 8 jaar van teleurstelling zullen worden. Het bewustzijn is nooit groter geweest, maar de verandering van de systemen daar gaat meer tijd overheen. Dat is amper op de radar. Lipdiensten worden bewezen. Als je kijkt naar de investeringen in een stikstoffonds en klimaatfonds, zie je dat er miljarden gaan naar oude systemen en oude industrieën oplappen.
Michel: “Denk bijvoorbeeld aan het opslaan van CO2 onder de zeebodem. Dat is een belachelijke technologie. We gaan nog steeds door met olie en dan gaan we CO2 onder de zeebodem pompen. Peperduur, vol met risico’s en nooit op de lange termijn klimatologisch doorgerekend. Dit is oud economisch denken, fossiel denken, maar wel met een groen vlaggetje van het klimaat.”
Men wordt zich bewust van de ecologische problemen, zoals het verdwijnen van soorten en de verarming van de bodem. Tegelijkertijd zijn de systemen er niet klaar voor. Je ziet dat men de consequenties niet erkent, dat de trade-offs niet expliciet worden gemaakt.
Michel herhaalt het belang van een gemeenschappelijke impacttaal: “Dat kan allemaal, omdat de taal die uitdrukking geeft aan wat er precies gebeurt, de effecten die industriële processen hebben op de omgeving, het ondermijnen van welzijn, het creëren van welzijn, daar is geen universeel begrip van, dat leent zich heel makkelijk voor sentimentele lobby. Wie heeft invloed, wie heeft geld om in het publieke debat een bepaald narratief groot te maken? In plaats van de precieze feiten en wat je kunt doen om te zorgen dat iedereen een leven heeft dat redelijk is, breed welzijn, wat zorgt voor geluk, floreren. Een bloeiagenda.”
Eenderde van de agrariërs leeft onder de armoedegrens, vertelt Michel. Tegelijkertijd zie je dat er een groep miljonairs en miljardairs is die het heel goed heeft, die puissant rijk is.
Organisaties en individuen in de economie zijn drager van een probleem of drager van een oplossing of allebei.
“Er waren tot voor kort al 230.000 mensen die werkend arm zijn, die werken keihard (bijv. Post sorteren of werken magazijnen). Dit is super belangrijk toevoegend werk, maar die werken dus wel in de armoede. Dit is een groep die toeneemt. Het CPB heeft berekend dat 1,5 miljoen huishoudens in een armoede situatie kan vervallen als de inflatie en recessie doorzet in het komende jaar. Dat is een forse groep in Nederland die trekt aan het kortste eind. Die gaan mogelijk een verschrikkelijk tijd tegemoet”, zegt Michel.
Aan de andere kant zijn er zo’n 10 miljoen mensen of misschien wel meer (ongeveer 80% van Nederland) die wel meer transitie- en absorptiecapaciteit hebben. Waarom is het niet mogelijk om de uitdagingen gezamenlijk aan te gaan?
Michel deelt met ons hoe bevoorrecht hij zich voelt: “Elke dag word ik wakker met enorme dankbaarheid. Het klinkt misschien als ‘humble brag’, maar het voelt echt zo. Ik voel me enorm bevoorrecht, ik werk met de beste mensen ter wereld aan de mooiste projecten om nog iets van de boel te maken. Ik werk aan een heel concreet veranderingspad. Ik heb geen enkele reden om mijn moed te verliezen.
Ik voel me heel bevoorrecht dat ik iets kan doen aan de belangrijke thema’s van deze tijd. We maken meters, progressie. Er werken inmiddels een heel aantal mensen bij ons en er zijn veel mensen die de agenda van impact en brede welvaart willen versnellen en vergroten.
We vroegen Michel wat hij als eerste stap zou adviseren aan professionals en organisaties die zien en begrijpen dat er een systeemtransitie nodig is.
Michel: “Probeer de effecten te zien die bedrijven, industrieën, producten en investeringen hebben. Kijk wat jouw invloed is die je hebt vanuit je professionele mandaat op de omgeving. Probeer grip te krijgen op wat de effecten van jouw beslissingen zijn als consument, investeerder, werknemer, als directeur en bestuurder. Dan ben je al zoveel verder. Dat je met bewustzijn in de wereld staat. Kijken naar verschillende effecten: natuurlijk, sociaal en menselijk. Binnen natuurlijk misschien grond, water en lucht. Grondstoffen, waterkwaliteit, schaarste. Steeds meer verfijnd, in je eigen operatie, eigen winkel, eigen huis, of in de aanvoerketen.
Dan ga je zien dat mensen in Syrië heel dicht staan bij wat je in je dagelijkse werkelijkheid om je heen hebt. Je ziet dat je met elkaar bezig bent. En dat dingen heel direct met elkaar verweven zijn. Staan met elkaar in verbinding, je kunt je niet eraan onttrekken.
Omdat wij hier met de staalindustrie CO2 en broeikasgassen uitstoten, is daar een oogst mislukt of oorlog, politieke onrust en vlucht naar hier. Deze zaken staan direct met elkaar in verband. Dat ga je zien als je die taal, dat bewustzijn, processen kan gaan zien.”
Michel denkt dat er daardoor meer mensen zullen zijn die het ook leuk gaan vinden om bij te dragen aan een agenda van medemenselijkheid.
Alleen al het concept van echte winst, echte prijs, echt rendement, is al een economische innovatie. Er zijn producten en diensten die volop kansen bieden. Dat betekent een fantastische groeiagenda (minder en beter). Wereldwijd zijn er zoveel landen met dezelfde uitdagingen, als wij daar nou eens in Nederland oplossingen voor zouden maken. Zuiveren van grond, water en lucht bijvoorbeeld. Denk aan emissieloos langeafstand transport? Schone materialen die in een grondstoffenbank eindeloos worden hergebruikt?
Michel: “Er zijn oneindige mogelijkheden voor sociaal rendement en natuurlijk rendement. Het klimaatbestendig maken van steden bijvoorbeeld. Ik hoop dat deelnemers aan de masterclass zich realiseren dat er veel problemen zijn en dat er aan de andere kant een gigantische bloeiagenda is die voor iedereen beter is. Het zou mooi zijn als ze na deelname aan de masterclass vertrekken met de vraag: Waar kan ik vanuit mijn mandaat me inzetten voor die agenda?”
Michel Scholte, directeur en oprichter van True Price en Impact Institute, geeft op 5 oktober de masterclass ‘Van greenwashing naar duurzame businessmodellen’. Klik hier voor meer informatie en aanmelden.